Hoe voer je als gemeente de regie?

De overheid wil in 2020-2024 zorgen voor een verbetering van de aanpak van laaggeletterdheid. Gemeenten voeren hierbij de regie. Doel is dat eind 2024 er in alle gemeenten een effectieve aanpak laaggeletterdheid is.

Welke stappen moet je zetten om een effectieve aanpak laaggeletterdheid te realiseren? En hoe voer je als gemeente de regie?

Lees alles over de gemeente als regisseur voor de aanpak van laaggeletterdheid

Een belangrijk onderdeel van de aanpak van laaggeletterdheid is het actieprogramma Tel mee met Taal, van de ministeries Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en diverse andere partners. Met dit programma wil de overheid taalachterstand tegengaan en lezen aanmoedigen. Het programma loopt door tot en met 2024. Vanaf 2020 zijn de voornaamste doelen van het programma:

  • Meer mensen bereiken, met name mensen die Nederlands als moedertaal hebben. Ook kinderen en jongeren met een risico op een taalachterstand krijgen extra aandacht.
  • Investeren in de kwaliteit van het lesaanbod.
  • Een ambitieuze aanpak in élke gemeente.

Deze drie doelen zijn vertaald in 10 concrete maatregelen, die hier zijn te lezen. De inzet van ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid bij gemeenten zijn onderdeel van dit nieuwe programma. Tel mee met taalVia Tel mee met Taal is er jaarlijks subsidie beschikbaar voor activiteiten gericht op het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid.

De VNG onderstekende in 2019 samen met de Rijksoverheid bestuurlijke afspraken voor een gezamenlijke inzet tegen laaggeletterdheid. Begin juli 2020 werden deze afspraken door de VNG opgezegd.

Gemeenten vreesden voor te veel administratieve belasting en onvoldoende financiële middelen. Wel is eind juli 2020 besloten om met elkaar in gesprek te blijven. De financiële middelen die de Rijksoverheid beschikbaar heeft gemaakt voor de aanpak van laaggeletterdheid blijven gelijk, en de Rijksoverheid blijft zich samen met de VNG en andere inzetten voor een effectieve aanpak van laaggeletterdheid. Antwoorden op Kamervragen over het bericht dat de VNG de afspraken opzegt, zijn hier te lezen.

In de nieuwe aanpak van laaggeletterdheid voeren gemeenten de regie over de aanpak van laaggeletterdheid. Dat doen zij als centrale speler in een netwerk van samenwerkende partijen uit de domeinen onderwijs, werk, gezin, gezondheid en andere verwante terreinen. Gemeenten staan als overheid namelijk het dichtst bij mensen die hun vaardigheden willen verbeteren. Zij ontvangen daarom budget voor volwasseneducatie.

Veel gemeenten zijn de afgelopen jaren begonnen met het opbouwen van een infrastructuur en samenwerking om deze regierol te kunnen voeren. Denk hierbij aan:

  • het opzetten van taalhuizen en taalpunten;
  • het opzetten van non-formeel aanbod;
  • het opleiden van vrijwilligers om als taalmaatje aan de slag te gaan;
  • het trainen van professionals om laaggeletterdheid te herkennen;
  • het inzetten van werkgevers om extra te investeren in basisvaardigheden op de werkvloer.

De komende jaren (2020-2024) gaat het om het verduurzamen en uitbouwen van de bereikte resultaten. Het doel is dat landelijke ondersteuning eind 2024 niet meer nodig is. Gemeenten voeren dan de regie in de aanpak van laaggeletterdheid. Zij brengen als spil in brede netwerken op lokaal niveau vraag en aanbod bij elkaar. Structurele investeringen in basisvaardigheden zijn voor gemeenten dan een net zo vanzelfsprekend onderdeel van hun inzet in het sociaal domein, als voor werkgevers voor duurzame inzetbaarheid.

Hoe begin je met een aanpak laaggeletterdheid? In opdracht van het Rijk ondersteunt Stichting Lezen en Schrijven gemeenten bij de (regionale) aanpak laaggeletterdheid. Via hun website deelt Stichting Lezen en Schrijven kennis, instrumenten, e-learning en materialen.

Laaggeletterdheid is een probleem dat niet binnen een paar jaar is opgelost, dus zorg dat het thema structureel is gewaarborgd.

1. Zicht op de doelgroepen laaggeletterdheid

Laaggeletterdheid aanpakken begint met meer zicht krijgen op laaggeletterdheid in de gemeente of arbeidsregio. Dit kan met de online tool Geletterdheid InZicht. Hiermee zie je ook tot welke doelgroepen de laaggeletterden horen: of zij bijvoorbeeld een migratieachtergrond hebben, en bij welke leeftijdscategorie zij horen.

Ook de persona’s van Lost Lemon van de NT1– en de NT2-doelgroep laaggeletterden en de doelgroepen kunnen helpen om meer zicht te krijgen op de doelgroepen laaggeletterden in de gemeente of regio.

2. Het opzetten of uitbreiden van een stevig netwerk

Om laaggeletterdheid echt op de kaart te zetten en structureel aan te pakken, is er een stevig netwerk van samenwerkingspartners nodig. Denk aan de bibliotheek, het welzijnswerk, huisartsen, maar ook scholen. Vroegtijdig schoolvertalers hebben bijvoorbeeld ook een groter risico om laaggeletterd te worden.

3. Het opstellen van een plan voor de aanpak van laaggeletterdheid

Als er meer zicht is op de doelgroep van laaggeletterden in de gemeente of arbeidsmarktregio, is een volgende stap het maken van een plan voor het bereiken van deze doelgroep: de aanpak laaggeletterdheid. Hoe kunnen jullie de doelgroep bereiken en werven voor scholing? Waar richt de aanpak zich op? En wat is hiervoor nodig?

Naast dat je hiervoor gebruik kunt maken van tips uit het onderzoek van Lost Lemon naar de NT1– en de NT2-doelgroep laaggeletterden en de methode KLASSE!, zijn er handige materialen van Stichting Lezen en Schrijven die hierbij kunnen helpen. Er zijn bijvoorbeeld e-learnings beschikbaar over de aanpak van laaggeletterdheid in sectoren gezin, kraamzorg, gezondheid, werk, financiële zelfredzaamheid en dienstverlening. Ook zijn er voor de thema’s ‘werk en werkzoekenden’ en ‘schulden en armoede’ gesprekskompassen ontwikkeld, met praktische tips voor hoe en wanneer je de doelgroep aanspreekt.

4. Het betrekken van ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid

In elke aanpak laaggeletterdheid zijn ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid onmisbaar. Ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid zijn (ex-)laaggeletterden die vanuit hun eigen ervaringen aan uiteenlopende doelgroepen duidelijk kunnen maken hoe ingewikkeld het leven is als je basisvaardigheden onvoldoende beheerst. (Zie ook: ‘Samenwerken met ervaringsdeskundigen in het sociaal domein’ en ‘De ervaringsdeskundige laaggeletterdheid – vier rollen’).

Het voeren van regie in de lokale aanpak van laaggeletterdheid is een taak van de beleidsmedewerker die zit op het thema laaggeletterdheid. Je voert het hierboven beschreven plan uit, eventueel met hulp van de coördinator en de begeleider/ondersteuner. Daarnaast zorg je voor voldoende draagvlak en urgentie voor de inzet van ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid. Je agendeert de inzet van ervaringsdeskundigen en benadrukt het belang hiervan.

Als er eenmaal een poule van ervaringsdeskundigen aan de slag gaat in de organisatie, ben je als beleidsmedewerker verantwoordelijk voor het volgen en monitoren van de activiteiten van de ervaringsdeskundigen, en laat je zien wat de inzet van ervaringsdeskundigen oplevert. Hiervoor heb je regelmatig contact de coördinator van de ervaringsdeskundigen, maar ook met afdelingen waar de ervaringsdeskundigen worden ingezet (bijvoorbeeld op de communicatieafdeling).

Meer lezen over de verschillende taken en rollen? Kijk op Wie doet wat?

Praktijkvoorbeelden

Neem contact op

Wil je meer weten over ABC Beleidshulp? Neem dan contact op met Stichting ABC.