In de nieuwe aanpak van laaggeletterdheid voeren gemeenten de regie over de aanpak van laaggeletterdheid. Dat doen zij als centrale speler in een netwerk van samenwerkende partijen uit de domeinen onderwijs, werk, gezin, gezondheid en andere verwante terreinen. Gemeenten staan als overheid namelijk het dichtst bij mensen die hun vaardigheden willen verbeteren. Zij ontvangen daarom budget voor volwasseneducatie.
Veel gemeenten zijn de afgelopen jaren begonnen met het opbouwen van een infrastructuur en samenwerking om deze regierol te kunnen voeren. Denk hierbij aan:
- het opzetten van taalhuizen en taalpunten;
- het opzetten van non-formeel aanbod;
- het opleiden van vrijwilligers om als taalmaatje aan de slag te gaan;
- het trainen van professionals om laaggeletterdheid te herkennen;
- het inzetten van werkgevers om extra te investeren in basisvaardigheden op de werkvloer.
De laatste tijd wordt steeds meer de krachtige en effectieve rol van de ervaringsdeskundige erkend, maar hier wordt nog (te) weinig gebruik van gemaakt.
De komende jaren gaat het om het verduurzamen en uitbouwen van de bereikte resultaten. Gemeenten voeren dan de regie in de aanpak van laaggeletterdheid. Structurele investeringen in basisvaardigheden zijn voor gemeenten dan een net zo vanzelfsprekend onderdeel van hun inzet in het sociaal domein, als voor werkgevers voor duurzame inzetbaarheid.