Aan de slag als Coördinator:
Wil je als coördinator aan de slag met laaggeletterdheid? Bekijk dan hieronder de veelgestelde vragen:
Taalambassadeurs zijn opgeleide ervaringsdeskundigen, die moeite hebben (gehad) met lezen, schrijven, rekenen of digitale vaardigheden (basisvaardigheden).
Zij weten dankzij hun ervaringen als geen ander hoe het is om laaggeletterd te zijn. Vaak zijn zij op volwassen leeftijd naar school geweest om hun basisvaardigheden te ontwikkelen. Hun ervaringen zetten zij in tijdens hun werk als taalambassadeur. Ze gebruiken hun ervaringen met laaggeletterd zijn om organisaties en andere laaggeletterden te helpen.
Er zijn verschillende rollen die ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid kunnen vervullen, als:
1. Voorlichter:
De voorlichter gebruikt zijn eigen levensverhaal en ervaringen rondom laaggeletterdheid en scholing om professionals en het brede publiek te informeren. Zij doorbreken bovendien de taboe rondom beperkte basisvaardigheden. Ervaringsdeskundigen in de rol van voorlichter worden getraind in het presenteren voor groepen en hebben een mediatraining gevolgd.
2. Tester
Ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid in de rol van inspraak denken mee over de beleidsvorming en -uitvoer van een gemeente en/of andere organisatie waar de ervaringsdeskundige bij betrokken is. Het kan bijvoorbeeld gaan om het meedenken over nieuw beleid gericht op de doelgroep laaggeletterdheid, of het toetsen en/of evalueren van de uitvoer van dit beleid.
Wervers zetten zich in om andere laaggeletterden te motiveren voor taalscholing of een ander passend leertraject. De ervaringsdeskundige gebruikt daarbij zijn of haar eigen ervaringen en kennis van de doelgroep. Ervaringsdeskundigen in de rol van werver hebben veel kennis van de verscheidenheid in de doelgroep van mensen met beperkte basisvaardigheden en weten wat werkt om anderen te motiveren.
4. Inspraak
Ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid in de rol van inspraak denken mee over de beleidsvorming en -uitvoer van een gemeente en/of andere organisatie waar de ervaringsdeskundige bij betrokken is. Het kan bijvoorbeeld gaan om het meedenken over nieuw beleid gericht op de doelgroep laaggeletterdheid, of het toetsen en/of evalueren van de uitvoer van dit beleid.
Ervaringsdeskundigen in de rol van tester nemen deel aan een ‘testpanel’. Dit panel test brochures, brieven, websites of andere communicatie-uitingen van organisaties, en helpt om dit soort materiaal begrijpelijker en duidelijker te maken. Op die manier wordt de kennis van eenvoudig taalgebruik vergroot.
3. Werver
Wervers zetten zich in om andere laaggeletterden te motiveren voor taalscholing of een ander passend leertraject. De ervaringsdeskundige gebruikt daarbij zijn of haar eigen ervaringen en kennis van de doelgroep. Ervaringsdeskundigen in de rol van werver hebben veel kennis van de verscheidenheid in de doelgroep van mensen met beperkte basisvaardigheden en weten wat werkt om anderen te motiveren.
4. Inspraak
Ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid in de rol van inspraak denken mee over de beleidsvorming en -uitvoer van een gemeente en/of andere organisatie waar de ervaringsdeskundige bij betrokken is. Het kan bijvoorbeeld gaan om het meedenken over nieuw beleid gericht op de doelgroep laaggeletterdheid, of het toetsen en/of evalueren van de uitvoer van dit beleid.
Een taalambassade is de thuisbasis van een groep taalambassadeurs en hun coördinator/ondersteuner(s). Het is een ontmoet- en ontwikkelplek voor hen. Vanuit de taalambassade vinden activiteiten plaats zoals het geven van voorlichting, werven, verbeteren van teksten en organiseren van inspraak en kwaliteitsbewaking.
Een taalambassade kan verbonden zijn aan 1 of meerdere gemeenten (bv. een regio) of aan een organisatie zoals een taalhuis, vakbond of ziekenhuis. De betreffende gemeente of organisatie is dan de hoeder van de taalambassade. Zij zorgt voor financiële en organisatorische continuïteit.
Taalambassadeurs kunnen gemeenten en organisaties goed helpen om hun doelen rondom de ontwikkeling van basisvaardigheden te bereiken. Taalambassadeurs komen in hun kracht als ze goed ondersteund worden en de kans krijgen om te ontwikkelen in de diverse rollen (voorlichten, tester, werver en inspraak).
Wanneer de Taalambassadeurs lokaal of regionaal georganiseerd worden, zal dit de betrokkenheid binnen deze gemeenten en organisaties vergroten. De gemeente en organisaties kunnen dan optimaal gebruik maken van de ervaringsdeskundigheid van deze taalambassadeurs.
Bekijk de taal ambassades en provinciale afdelingen per regio.
Op basis van de onderzoeksresultaten (Prof. Maurice de Greef, Taalambassades in Nederlandse gemeenten, mei 2021 – zie bij Kennisbank) is er een screeningsinstrument ontwikkeld om een lokale ‘Taalambassade’ te kunnen realiseren. Dit screeningsinstrument biedt een aantal handvatten om te checken of de gemeente de juiste faciliteiten heeft geregeld en daarnaast ook de juiste keuzes heeft gemaakt betreffende de inzet van de taalambassadeurs.
De afbeelding toont het screeningsinstrument voor de ‘Taalambassade’. Een aantal onderdelen lijken een ‘open deur’ te zijn, echter is het wel van belang om goed in kaart te brengen of deze ook daadwerkelijk geregeld zijn. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat de randvoorwaarden die voor de hand liggen in de meeste gevallen niet geregeld zijn.
Allereerst geven de drie grote paarse vlakken de drie belangrijkste spelers aan. De gemeente is als eerste aan zet en zal met een samenwerkingspartner de handen ineen moeten slaan om ervoor te zorgen dat de inzet van de taalambassadeurs met hun verschillende rollen gefaciliteerd kan worden. Eén van de eerste zaken die geregeld moet worden is dat de inzet vastgelegd wordt in het Regionaal Educatief Plan (of iets soortgelijks) en zo dus een erkend onderdeel wordt van de aanpak van laaggeletterdheid. Daarnaast zou er ook binnen het Gemeentelijk Communicatiebeleid aandacht voor moeten zijn, zodat de communicatie vanuit de gemeente ook begrijpelijk wordt voor mensen met een lager taalniveau. Als binnen dit plan de communicatie met taalambassadeurs wordt vastgelegd, kunnen zij als tester samen met de gemeente ervoor zorgen dat de communicatie vanuit de gemeente naar de burger door meerdere burgers wordt begrepen. Ten tweede zal er vanuit de gemeente een vast aanspreekpunt moeten zijn voor beleid en zal de gemeente met een lokale samenwerkingspartner zoals een ROC of een Taalhuis een samenwerking moeten realiseren, waarbij de lokale partner de begeleiding van de taalambassadeurs faciliteert.
Vervolgens zal de gemeente samen met de lokale partner een ABC’tje voor de randvoorwaarden moeten doorlopen bestaande uit:
A: Ambassadeur & Afspraken: Zijn er al ambassadeurs beschikbaar en welke inhoudelijke afspraken kunnen er worden gemaakt?
B: Budget & Begeleiding: Is er voldoende budget voor de vergoeding van de taalambassadeurs naast budget voor onkosten en begeleiding en is de begeleiding zelf ook geregeld?
C: Capaciteit & Continuïteit: Is er zowel vanuit de gemeente als de lokale partner voldoende capaciteit (en tijd) om de inzet te faciliteren en is de continuïteit van de inzet van de taalambassadeurs geborgd?
Als het ABC’tje is geregeld kan vervolgens worden bepaald welke van de vier rollen de taalambassadeurs voor de gemeente zullen vervullen en hierbij worden ook de taken vastgelegd. Op basis van een profiel wordt per taalambassadeur gekeken wie welke rol kan vervullen. Ten slotte zal zowel vanuit de gemeente als de lokale partner de inzet van de taalambassadeurs periodiek geëvalueerd moeten worden om ervoor te zorgen dat de randvoorwaarden en de effectiviteit van de inzet toereikend blijven.
De kosten voor een Taalambassade bestaan uit:
- Uren voor de begeleiding/coördinatie van de organisatie waar de gemeente mee samenwerkt.
Het is het meest efficiënt om deze rol te koppelen aan een organisatie die de taak al heeft om het onderwerp van laaggeletterdheid/basisvaardigheden onder de aandacht te brengen. Het is dus maatwerk om te bepalen wat éxtra werk is en wat al bij de bestaande taak hoort.
Deze rol vraagt het volgende van een coördinator/begeleider.
Delen van deze taken kunnen ook door een competente vrijwilliger, onder regie van een beroepskracht worden uitgevoerd.
Op basis van ervaringen is een goed uitgangspunt: Het eerste jaar 6 uur / week (waarvan eventueel 3 door een vrijwilliger). Hierbij houd je rekening met aanlooptijd, en het belang van het vinden van nieuwe ambassadeurs. Het tweede of derde jaar, als alles goed draait, kan het waarschijnlijk met 4 uur/week, waarvan 2 door een vrijwilliger.
- Waardering (financieel of anders) voor de taalambassadeurs
Waardering is cruciaal voor de taalambassadeurs. Hoewel dat natuurlijk vooral om andere vormen van waardering (aandacht, feedback, vieren, etc.) gaat, beperken we ons hier tot het financiële. Meestal ontvangen de ambassadeurs de maximale vrijwilligersvergoeding: € 5,50 per uur. Soms hebben ambassadeurs liever een andere vorm van waardering. Hier moeten afspraken over gemaakt worden.
Hieronder een uitwerking van de incidentele en structurele taken waarop bovenstaande kosten gebaseerd zijn.
Incidentele taken, vooral bij de start | (Tijds)investering | |
Werven van ervaringsdeskundigen | Op basis van profiel: denk aan gender, leeftijd, relatie met levensdomein, persoonlijkheid (waar kan iemand voor ingezet worden) | Niet goed in te schatten. Gaat soms bijna vanzelf en vraagt soms veel tijd. Netwerk gebruiken. |
Kennismaking en afspraken maken | Afspraken (waardering, training, hoeveel tijd, etc) Verwachtingen | 1 uur per ambassadeur |
Training voor ervaringsdeskundigen | Basistraining en verdiepende trainingen voor wie dat wil: tester, voorlichter, werver, meedenken/praten over beleid. | Stichting ABC verzorgt en betaalt de trainingen. |
Organiseren van de trainingen | Zorgen voor groepen van ca. 6 mensen. Zo nodig aanvullen met mensen uit andere ambassades in de provincie |
Structurele taken | Omschrijving | Geschatte (tijds-)investering per week |
Contact onderhouden met de taal- ambassadeurs | Bv. periodieke groepssamenkomsten. Met als doel: verbinding, samen plannen maken, leren van elkaar, etc. Daarnaast incidenteel contact naar behoefte | 2 Kan ook deels door vrijwilligers uitgevoerd worden. |
Ontvangen van aanvragen en maken van afspraken met organisatie en ambassadeur | Een match maken met de best passende ambassadeur, afspraken maken. Evt. met vragende organisatie afspraken, bv. over vergoeding voor ambassadeurs, vervolg, etc | Afhankelijk van hoeveelheid aanvragen |
Ondersteunen bij en voorbereiden van hun rol | Voordat een ambassadeur de gevraagde rol kan uitvoeren moet deze goed voorbereid worden en evt. begeleid. | Afhankelijk van hoeveelheid aanvragen |
Financiën en vergoedingen | Ervaringsdeskundigen ontvangen waardering: hier afspraken over maken. Gebruikelijk is € 5,50/uur vrijwilligersvergoeding. Administratie van inkomsten en uitgaven | 0,5 |
Verbinding met andere ambassades in de provincie, kennisdeling | Provinciale afdeling faciliteert overleggen / nieuwsbrieven / trainingen naar behoefte, etc. | 0,5 |
- Maak het onderdeel van de lokale of regionale aanpak van laaggeletterdheid of ontwikkeling basisvaardigheden.
- Integrale bekostiging.
Veel ambassadeurs hebben door hun laaggeletterdheid problemen ervaren binnen één of meer van de volgende leefgebieden: gezondheid, werk, ouderbetrokkenheid of financiën. Zij kunnen dus door hun rol ook bijdragen aan de gestelde doelen binnen deze domeinen.
Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om een deel van het budget ten behoeve van armoedebestrijding, gezondheid of onderwijsachterstandenbeleid hiervoor te gebruiken.
- Vraag een vergoeding voor de inzet van taalambassadeurs.
Voor bepaalde situaties is het heel gebruikelijk om een onkostenvergoeding te vragen voor de inzet van taalambassadeurs.
Denk hierbij aan hun rol als tester. Ook bij commerciële of grotere publieke organisaties is dit een optie. Het bedrag kan gaan tot minimaal de vrijwilligersvergoeding van de ambassadeur, maar dit bedrag kan gerust hoger zijn. Met dit extra geld kan dan een ‘buffer’ opgebouwd worden voor de ambassade om extra benodigdheden te bekostigen.
Het is belangrijk om een coördinator aan te stellen, die verantwoordelijk is voor het werven, trainen (door Stichting ABC) en begeleiden van de ervaringsdeskundigen, en het organiseren van geschikte activiteiten. De coördinator is daarnaast het aanspreekpunt voor de beleidsambtenaar en de ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid.
Taken en/of verantwoordelijkheden
- De coördinator is verantwoordelijk voor de sollicitatieprocedure van nieuwe ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid
- De coördinator begeleidt en coacht de ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid , als groep en één op één.
- De coördinator is eerste aanspreekpunt (en luisterend oor) voor zowel ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid, gemeente en/of andere organisaties.
- De coördinator organiseert bijeenkomsten voor ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid en tussen ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid en gemeente en/of derden.
- De coördinator regelt praktische zaken voor de ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid, zoals bijvoorbeeld een reisschema.
Sommige organisaties hebben naast een coördinator ook begeleiders of ondersteuners aangesteld. Meestal zijn dit vrijwilligers. De begeleider of ondersteuner helpt de coördinator bij het begeleiden en coachen van de ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid.
Taken, die door een begeleider/ondersteuner uitgevoerd kunnen worden:
- De begeleider begeleidt en coacht de ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid, als groep en één op één.
- De begeleider is eerste aanspreekpunt (en luisterend oor) voor ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid.
- De begeleider regelt praktische zaken voor de ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid, zoals een reisschema.
Het is belangrijk dat er in de poule van ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid sprake is van een diversiteit in achtergronden zoals etniciteit, leeftijd en taalvaardigheidsniveau. Maar denk ook aan verschillen als Nederlands als eerste of tweede taal, werkend of niet-werkend en wonend in verschillende wijken. Het doel is om de groep min of meer een weerspiegeling te laten zijn van de lokale gemeenschap van laaggeletterden. Onderzoek hoe de ideale poule van ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid er in de regio uitziet.
De website geletterdheidinzicht.nl/ biedt veel interessante informatie over laaggeletterdheid per arbeidsmarktregio en de gemeente, en is daarom bruikbaar voor een doelgroepanalyse binnen de eigen gemeente.
Formuleer een wervingsplan. Dit hoeft geen groot document te zijn. Onderstaand stappenplan helpt je op weg.
- Wat wil je bereiken?
- Aantallen
- Voor welke rollen?
- Wie wil je bereiken?
- Welke doelgroepen wil je laten vertegenwoordigen/ representeren?
- Wat is je wervingsboodschap?
- Hoe ga je werven?
- Via welke kanalen?
- Wie ga je betrekken?
- Waar zit de doelgroep die je wil bereiken?
- Organisatie
- Wie doet wat?
Betrek de doelgroep bij het ontwikkelen én de uitvoering van je wervingsplan. Je kunt ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid betrekken en mensen uit de doelgroep die je graag wil bereiken.
- Hoe zijn zij geworven als ervaringsdeskundige, en wat vonden ze hiervan?
- Welke manier van werven spreekt hen aan, en welke juist niet? Waarom?
- Welke rol kunnen ervaringsdeskundigen spelen in het werven van nieuwe ervaringsdeskundigen?
Een paar tips
- Maak gebruik van je netwerk: via via lukt het vaak makkelijk om mensen te werven. Benader ook organisaties buiten je netwerk om alle doelgroepen te bereiken.
- Vraag niet meteen of iemand ambassadeur wil worden, maar vraag of iemand vanuit zijn of haar ervaring wil helpen om het voor mensen met dezelfde problemen beter te maken.
- Wil je werkenden of jongeren werven? Onderzoek of dit kan in samenwerking met MBO- en VO-scholen (denk bijvoorbeeld aan vroegtijdig schoolverlaters) en werkgevers.
- Wees niet te streng bij het werven: iemand hoeft nog geen taalscholing gehad te hebben om ervaringsdeskundige te kunnen worden. Het gaat om de ervaring.
- Wees je ervan bewust dat er altijd een groep laaggeletterden blijft die het niet ziet zitten om actief te worden als ervaringsdeskundige. De poule van ervaringsdeskundigen is daarom nooit een volledige representatie van alle laaggeletterden.
- Maak gebruik van de filmpjes onder het kopje ‘Wat doen taalambassadeurs?’
Een (ex-)laaggeletterde is niet zomaar een taalambassadeur. Om deze functie goed en verantwoord in te vullen, is training belangrijk. Daarvoor is de leerweg Ervaringsdeskundige laaggeletterdheid ontwikkeld. De training Zeg het Voort (met verschillende modules) is hiervoor de basis.
In totaal zijn er 7 modules voor taalambassadeurs. Eén basismodule voor elke taalambassadeur. Daarna kan er gekozen worden voor één of meerdere verdiepingsmodules, passend bij de rol die de ambassadeur wil gaan invullen.
Toelichting op de modules:
De basistraining (3 x 3 uur)
Tijdens deze training leert een deelnemer over wat een ervaringsdeskundige doet en hoe hij/zij het doet. Ook gaat een deelnemer zijn eigen ervaringen gebruiken voor een persoonlijk verhaal waarmee hij/zij kan vertellen over wat laaggeletterdheid in de praktijk betekent.
Voorlichter (1 x 3 uur)
In deze module leert een deelnemer hoe het eigen verhaal gebruikt kan worden om mensen die onbekend zijn met laaggeletterdheid, uit te leggen wat het is en betekent. Ook oefenen deelnemers met het vertellen van hun verhaal voor de camera.
Werver (1 x 3 uur)
In deze module leert een deelnemer hoe het eigen verhaal en de eigen achtergrond te gebruiken zijn om laaggeletterden te motiveren om scholing te volgen.
Tester (2 x 3 uur)
Een testpanel laaggeletterdheid test (bijvoorbeeld) brieven en websites op leesbaarheid. Zijn de brieven niet te moeilijk om te lezen? Welke tips kunnen ze geven? In deze module leert een deelnemer hoe een testpanel werkt en hoe zelf mee te doen aan een testpanel.
Inspraak (1 x 3 uur)
Een ervaringsdeskundige weet als geen ander wat wel en niet werkt voor andere laaggeletterden. In deze module leert een deelnemer hoe zijn of haar mening te delen met mensen die zich binnen de gemeente of andere organisatie (denk aan scholen, gezondheidsorganisaties, etc.) bezig houden met laaggeletterdheid en inclusie van deze groep.
Via een scherm (1 x 3 uur)
Tijdens de ‘coronatijd’ werden taalambassadeurs opeens gevraagd om online hun werk te doen. Hoe vertel je als taalambassadeur online je verhaal? En wat komt er kijken bij digitaal werken? Wat kan er misgaan? En hoe oefen je dat?
Dat raakt! (1 x 3 uur)
Een leven lang leren, dat geldt ook voor taalambassadeurs. Bij een taalambassadeur die al wat langer actief is, kan het zijn dat zijn/haar ervaringsverhaal wat is afgevlakt. De training is bedoeld als opfrisser en/of verdieping.
De gewenste setting voor de training is een fysieke locatie, met een groepje van ongeveer 7 personen. Trainingen worden gegeven door trainers uit de trainerspool van Stichting ABC.
Wil meer informatie over de trainingen en/of deze organiseren? Neem dan contact op met Stichting ABC
De basis is een stevig netwerk van organisaties die allen het grote belang zijn van de inzet van taalambassadeurs.
- Zorg voor een stevig netwerk van samenwerkingspartners dat regelmatig samenkomt om te overleggen over de aanpak laaggeletterdheid en de inzet van ervaringsdeskundigen.
- Zorg voor een breed netwerk. Denk bij partijen om te betrekken bij het netwerk aan welzijnsorganisaties, de Bibliotheek, huisartsen, maar ook MBO- en VO-scholen, jongerenwerkers, vakbonden, sociale werkplaatsen en werkgevers.
- Treed als gemeente binnen het netwerk op als regievoerder door de samenwerking en gesprekken tussen partijen te coördineren.
- Zoek ook intern naar samenwerking in de aanpak van laaggeletterdheid en de samenwerking met ervaringsdeskundigen. Denk aan collega’s die zich bezighouden met schuldhulpverlening en de Participatiewet, of collega’s die zich bezighouden met duidelijke communicatie.
Ook voorbeelden van folders
Ervaringsdeskundigen laaggeletterdheid een rol van inspraak geven bij beleidsontwikkelingen is voor veel organisaties en gemeenten een nieuwe vorm van samenwerken. Wat is belangrijk voor een succesvolle uitvoering van inspraak?
- Zorg dat ervaringsdeskundigen écht onderdeel zijn van het proces. Dat betekent dat ze niet eenmalig hun verhaal komen vertellen, maar dat ze voor langere tijd betrokken zijn.
- Deze langdurige betrokkenheid realiseren van de ervaringsdeskundigen is niet eenvoudig. Zeker in het begin vraagt het om veel investeren: in de ervaringsdeskundigen en in de mindset van de organisatie/ professionals. Wees geduldig en realiseer je dat dit proces tijd kost.
- Betrek de coördinator of begeleider van de ervaringsdeskundige bij de inspraakactiviteit. Hij of zij kan de ervaringsdeskundige voorbereiden op de activiteit en kan bemiddelen tussen de ervaringsdeskundigen en ambtenaren, en zo de vertaalslag maken.
- Durf te vragen! Wees als ambtenaar niet bang om veel vragen te stellen aan de ervaringsdeskundigen over hoe zij iets zien of ervaren. Hun perspectief horen en begrijpen is cruciaal.
- Blijf de ervaringsdeskundige betrekken en zien tijdens bijeenkomsten en vergaderingen: stel vragen, toon interesse en zie iemand niet over het hoofd. Merk het op als een ervaringsdeskundige lang niets zegt, en probeer hem of haar er weer bij te betrekken.
- Voor veel ervaringsdeskundigen is het spannend om hun verhaal te vertellen aan ambtenaren. Ze zijn vaak onzeker en hebben behoefte aan bevestiging. Zorg dat ze dit krijgen: geef veel complimenten, uit je waardering en maak na een inspraakactiviteit nog even een praatje.
- Communiceer duidelijk wat er gebeurt met de input van de ervaringsdeskundigen: hoe wordt het verwerkt? En wat gebeurt er daarna?